De Lentestop, deel IV: Het verboden woord

U bevindt zich hier:
/ De Lentestop, deel IV: Het verboden woord

Nederland blijft thuis. De straten zijn leeg. De cafés gesloten. Sportpark Akkermolen verlaten. Terwijl in de ziekenhuizen een strijd op leven of dood wordt gestreden, gaat een delegatie Moerse Boys-leden de strijd aan tegen de verveling. De digitale pen als wapen. Iedere woensdagavond, zaterdagochtend en zondagochtend verschijnt onder de noemer De Lentestop een column/verhaal/artikel op de website. Leesvoer voor u. Vandaag deel 4: Het verboden woord.

Jong, iedereen is het geweest. En wat was het fijn. Zelf ervaar ik nu van dichtbij hoe het moet zijn geweest om erg jong te zijn. Twee prullen openden hun ogen voor het eerst op 4 februari jongstleden, toen de huidige crisis zijn intrede enkel nog 8.000 kilometer verderop in China had gedaan. Niet wetende, zo ook wij niet overigens, dat een kleine maand later de wereld compleet op slot zou zijn.

Menukaart
Zo beseffen ze nu, twee maanden later, nog steeds niet wat er allemaal speelt. Sowieso lijken ze weinig besef en problemen te kennen. Heerlijk lijkt me dat. Geen zorgen om financieel rond te komen. Geen zorgen om die opdracht voor die grote klant en al helemaal geen zorgen om wat er die avond gegeten word en wie het klaarmaakt. Voor hen telt de menukaart welgeteld één gerecht. Zij hoeven ze zich enkel zorgen te maken dat ze hun ogen regelmatig dichtdoen, hun mond af en toe open gaat voor de witte motor en dat het van binnenuit weer goed naar buiten gaat.

Zo zullen ze, hoop ik stiekem, over enkele jaren ook het oranje tricot van Moerse Boys aan gaan trekken. Net als papa. Al is het evengoed als ze willen gaan hockeyen… denk ik. Maar stel dat ze toch verliefd worden op het bolvormige leder met een omtrek van circa 70 centimeter, dan gaan ze uiteraard mee naar sportpark Akkermolen. Ik zie het al helemaal voor me. Zaterdagochtend 06.30 uur. Twee kids aan de rand van ons bed, witte broek en oranje sokken met de scheenbeschermers al aan, met de vraag hoe laat we nu eindelijk gaan. ‘Zometeen jongens, om 08.00 uur moeten we er zijn.’ En ik draai me nog even om.

Beul
Een uur later heb ik mezelf met veel moeite uit bed kunnen trekken. Eenmaal beneden werp ik een blik op het raam van de woonkamer. Er klinkt namelijk wat getik van de regen op het glas. Op de keukentafel licht mijn telefoon een aantal keer op. Waar in mijn jonge jaren de telefooncirkel moest worden afgewacht – wat was het handig als je aan het begin van die cirkel stond overigens – daar is nu natuurlijk de tijd van WhatsApp. Ik pak mijn telefoon en zie dat al vier bezorgde ouders gevraagd hebben om duidelijkheid in de ‘MB JO7-2 ouderapp’. ‘Zou het wel doorgaan?’ en ‘Heeft Henk de Bie de velden al gekeurd?’ Luttele minuten later volgt het bericht van de leider die het definitieve vonnis van ‘beul’ Jos van Laerhoven heeft doorgekregen. Het hoge, verboden woord komt eruit: ‘afgelast’.

Ik breng het slechte nieuws gelijk over en het wordt zoals verwacht niet goed ontvangen. Weer of geen weer, voetballen willen ze altijd. Zon of sneeuw. Regen of wind. Het maakt ze niet uit. Voor mezelf komt het eerlijk gezegd goed uit. Het gras moet immers nog altijd gemaaid worden en de platanen moeten nog worden gesnoeid. De jongens hebben lak aan de platanen, zij wilden maar één ding. Ontroostbaar zijn ze de rest van de dag. Heel de week wordt er uit gekeken naar de zaterdag waarbij ze eindelijk dat trucje, geleerd op woensdagmiddag met de training, in de praktijk kunnen brengen. Alle energie opgespaard en dan gebeurt er dit.

Afgelast, het woord wat je als kind (maar ook als seniorenvoetballer) nooit wilde horen. Weer een week wachten. Mijn gedachtes gaan dan ook uit naar de ouders die dit mensonterende slechtnieuwsgesprek onlangs hebben gevoerd met hun kind. ‘Het is afgelast, voor de rest van het seizoen.’ Arme zielen.

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp